Aanmeldprocedure


Toelatings- en uitsluitingscriteria 


Toelatingscriteria:


Specifieke toelatingscriteria Move2Skool:


  1. Kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot en met 10 jaar

Hieronder valt:

- Kinderen ouder dan 4 jaar en maximaal 10 jaar oud


   2. Kinderen waarbij er sprake is van bijvoorbeeld een ontwikkelingsachterstand en/of (vermoedelijke) -stoornis of diagnose

Hieronder valt:

Kinderen die:

- Een duidelijke ontwikkelingsachterstand vertonen op bijvoorbeeld cognitief, motorisch, taal- of sociaal-emotioneel gebied;

- Waarbij er sterke aanwijzingen zijn voor bijvoorbeeld autisme, ADHD en/ of ontwikkelingsachterstand maar een definitieve diagnose nog niet is gesteld of nog in onderzoek is;


   3. Kinderen die niet (meer) mee kunnen komen in het reguliere aanbod

Hieronder valt:

Kinderen die:

- Door hun ontwikkelingsniveau, gedrag of andere problematiek niet voldoende meekomen in het reguliere aanbod;

- Mogelijk extra ondersteuning nodig hebben die niet binnen het reguliere aanbod geboden kan worden, zoals gespecialiseerde begeleiding of aangepast curriculum.


   4. Het kind staat op een wachtlijst voor een andere vorm van hulp of behandeling

Hieronder valt:

Kinderen die:

- Thuiszitten en nog niet direct kunnen worden toegelaten omdat ze wachten op plaatsing binnen het KDC, (speciaal) onderwijsvoorziening en/ of een diagnostisch- of behandelend instelling.


   5. Kinderen die nog veel individuele ondersteuning behoeven en binnen specifieke gebieden nog niet voldoende mee kunnen komen

Hieronder valt:

Kinderen die:

- Nog intensieve, op maat gemaakte ondersteuning nodig hebben op gebieden zoals taal, gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling, motoriek of zintuiglijke verwerking;

- Binnen bepaalde ontwikkelingsgebieden nog niet voldoende vooruitgang boeken, ondanks ondersteuning.


Samenvatting

Deze toelatingscriteria zorgen ervoor dat de overbrugging en begeleiding zich richt op kinderen van 4 tot 11 jaar en die extra ondersteuning nodig hebben vanwege ontwikkelingsachterstanden, -stoornissen, diagnoses of andere bijzondere behoeften. Het helpt ook om te bepalen of een kind op dat moment passend kan deelnemen binnen ons aanbod en of aanvullende hulp elders wordt geregeld.

Uitsluitingscriteria:

Uitsluitingscriteria/ contra indicaties:


  1. Kinderen met een ernstige afwijking of stoornis en specialistische, intensieve zorg behoeven

Hieronder valt:

- Kinderen die vanwege complexe medische, psychiatrische of gedragsproblematiek intensieve gespecialiseerde zorg nodig hebben die niet binnen onze standaardopvang of reguliere programma’s geboden kan worden. 

Voorbeelden hiervan zijn:

- Ernstige lichamelijke afwijkingen of chronische ziekten zoals ernstige neurologische aandoeningen, ernstige hart- of ademhalingsproblemen;

- Complexe ontwikkelingsstoornissen met bijkomende medische complicaties;

- Ziekten of aandoeningen die gespecialiseerde medische begeleiding vereisen, zoals kinderen die regelmatig medische handelingen of medicatie toediening nodig hebben die niet in de reguliere setting kunnen worden gegeven;

- Kinderen die niet zelfstandig kunnen functioneren of niet veilig kunnen deelnemen vanwege hun medische toestand.


   2. Kinderen met epileptische aanvallen of een specifieke zorgbehoefte hebben

Hieronder valt:

Kinderen die regelmatig epileptische aanvallen of andere neurologische epilepsie-achtige toestanden hebben, waarbij:

- Aanvallen frequent en ernstig genoeg zijn dat ze onmiddellijke medische hulp vereisen of de veiligheid van het kind en anderen in gevaar brengen;

- Ze specifieke medische begeleiding, medicatie of toezicht nodig hebben dat niet op de reguliere wijze binnen de overbrugging kan worden geboden;

- Kinderen met een aandoening waarbij ze een verhoogd risico lopen op aanvallen, zoals bepaalde hersenontwikkelingsstoornissen of neurologische aandoeningen die niet onder controle zijn;

- Kinderen met een andere specifieke zorgbehoefte die bijvoorbeeld verband houdt met ernstige lichamelijke of psychiatrische problemen, die speciale aanpassingen of begeleiding vereisen die niet binnen onze standaard overbrugging mogelijk zijn.


    3. Kinderen die met intensieve ondersteuning niet in staat zijn om binnen zes maanden een (gestructureerd) dagprogramma te volgen 

Hieronder valt:

Kinderen die door hun ontwikkelingsniveau, gedragsproblemen of medische toestand niet in staat zijn om:

- Een gestructureerd dagprogramma te volgen dat bijvoorbeeld bestaat uit vaste tijdstippen, activiteiten, rustmomenten en begeleiding vier dagen in de week;

- Binnen een jaar de gewenste of minimale participatiegraad te bereiken, waardoor de overbrugging of begeleiding niet effectief kan worden aangeboden;

- Kinderen met zeer ernstige ontwikkelingsachterstanden, combinaties van gedragsstoornissen, of medische problemen die de consistentie en voorspelbaarheid van het dagprogramma in de weg staan;


   4. Kinderen die vanwege eigen problematiek te ontregelend kunnen werken op de groepssfeer en veiligheid van andere kinderen (zie noot)

Hieronder valt:

Kinderen die door hun gedrag of problematiek de groepsdynamiek significant verstoren of de veiligheid in gevaar brengen. Dit kan onder andere betekenen:

- Kinderen met extreem agressief, destructief of impulsief gedrag dat niet voldoende gereguleerd kan worden binnen de groepssetting;

- Kinderen met ernstige gedragsproblematiek die de rust, structuur en veiligheid voor andere kinderen ondermijnen;

- Kinderen met bijvoorbeeld ernstige zelfbeschadiging of gevaarlijk gedrag dat niet op een veilige manier kan worden begeleid binnen de beschikbare middelen;


Samenvatting

Deze contra-indicaties zijn bedoeld om de veiligheid, het welzijn en de effectieve begeleiding van alle kinderen binnen de overbruggingssetting te waarborgen. Ze zorgen ervoor dat kinderen met complexe of gevaarlijke problematiek niet in een omgeving terechtkomen waar hun specifieke behoeften niet adequaat kunnen worden behandeld of waarbij de groepsdynamiek wordt verstoord.